Vanmorgen was alleen Tich van de partij en Koe was nergens te bekennen. Het zijbaasje is nog boven wezen kijken maar nee, Koe was er niet.
Het zijbaasje is gaan werken en heeft nog wel even naar het hijbaasje gebeld met de vraag of hij Koe gewaar was geworden. Maar nee, hij was Koe niet tegen gekomen. De kat die hij wel gewaar werd blies tegen hem dus dat moet Tich geweest zijn.
Toen het zijbaasje in de trein terug zat belde het hijbaasje haar. Hij wist waar Koe zat. Koe zat aan de overkant van de sloot en kon niet meer zelf terug. Zij zat daar hard te gillen. Zeker toen zij het hijbaasje gewaar werd.
Toen het zijbaasje thuis kwam, heeft zij geprobeerd Koe terug te lokken om zo te zorgen dat zij over de plank ( die over te sloot ligt een eindje verderop) weer terug kon lopen. Maar Koe zag geen plank dus liep deze hard gillend voorbij. Toen zat er niets anders op voor het zijbaasje dan zelf naar de overkant te gaan en Koe te halen. Daarvoor moest zij ruim 20 meter brandnetels trotseren die daar zeker een meter hoog zijn. Afijn Koe liet zich daar makkelijk pakken en hield zich erg stil in haar armen. Anders gilt zij moord en brand als zij opgepakt wordt maar nu niet. Samen zijn zij weer door de brandnetels terug gegaan. Thuis gekomen kreeg Koe gelijk wat te drinken en te eten want zij had enorme honger. Het zijbaasje zit nu met twee rode en branderige benen door de akelige brandnetels. Toch stoer van haar dat zij daar voor Koe doorheen is gestapt.